woensdag 16 december 2015

Lichtpuntje





In deze donkere tijden heeft iedereen wel eens een 'lichtpuntje' nodig. Ook al weet je het niet altijd zelf, ben jij iemands lichtpuntje!

Door gewoon te luisteren, er te zijn, jezelf zijn,...ben jij belangrijk voor anderen! 
Een attitude die gecreëerd moet worden bij kinderen, het is niet altijd ik, ik, ik. Neen er zijn zoveel andere die jij kan helpen! Zonder materiële cadeaus, gewoon omdat jij voor bepaalde personen een cadeau bent...



Drama

Ik wil kinderen op het einde van deze les duidelijk maken, dat ze niet alleen zijn met hun problemen. Dat ze hulp moeten leren vragen = attitude.

De kinderen worden gevraagd in welke situaties zij hulp nodig hebben. Hoe ze dit dan vragen. Het even voordoen bij hun buur, die naast zich zit in de kring. 

De klas verdeelt zich in groepjes van 2. Je bedenkt samen een situatie waarin jij het niet ziet zitten of iets niet lukt. Je zorgt dat deze situatie goed in elkaar zit voor je naar de volgende stap gaat. De volgende stap is het vragen van hulp met je probleem. Vergeet niet dat elk kind anders is, de ene vraagt al sneller hulp en kan dit vlot tegenover andere doen dat niet graag en sukkelen liever een beetje verder.

De kinderen brengen hun situatie voor de klas. De anderen van de klas verwoorden of ze deze situatie al eens meegemaakt hebben en of ze net hetzelfde reageerde of net niet. 



woensdag 9 december 2015

B-DAY!!

8 december was een speciale dag.....mijn 21ste verjaardag!!!

Vele cadeautjes gaven me inspiratie....

...21 roze rozen...

















Een lied dat onmiddellijk in mijn hoofd opkomt...
Geef die rozen aan....



beeld

Elk kind krijgt een cadeau voor zijn/haar verjaardag!
Vaak is dit iets dat ze zelf gevraagd hebben.

Ik maak in de klas een etalage waar ze elk hun 'pronkstuk' in kunnen plaatsen. We zetten sfeermuziek op en gaan aan het praten. We praten over wat we zien, want een etalage bekijk je. (zintuig = zien)
Enkele gerichte vragen hierbij:
1) Welke vormen zie je?
2) welke kleuren neem je waar?
3) Wat zou jij kiezen uit deze etalage (niet je eigen cadeau)?
4) Zijn ze allemaal even groot?
5) Heb je graag één groot of veel kleine cadeautjes voor jouw verjaardag?

Daarna zou ik de kinderen in groepjes laten praten. Ze wisselen ideeën uit hoe hun ideaal cadeau eruit ziet. Allemaal deze ideeën leggen ze samen en vormen één groot cadeau. Ze gaan nadenken welke materialen ze nodig hebben voor dat materiaal.

De leerkracht geeft verschillende materialen, de kinderen kiezen zelf wat ze nodig hebben. De leerkracht loopt rond om te begeleiden en vragen te stellen om kinderen bij te sturen waar nodig.

Het uiteindelijk resultaat komt in een nieuwe etalage. Hun eigen cadeautjes bieden ze te koop aan en  promoten deze aan hun klasgenootjes. Welk cadeau zal het meeste verkocht worden?


woensdag 2 december 2015

Koning Ananas - stage




koning Ananas

Reflectie
HOOGTEPUNT: Ik begon de les met voorwerpen te tonen, kinderen waren al nieuwsgierig en nadat ik het gedicht deels had voorgelezen deden enkele kinderen al spontaan mee. Door kinderen hun aandacht te prikkelen vanaf het begin, kan je sneller verder bouwen. Het ging super vlot om het gedicht aan te leren met voorwerpen en nadien met prenten. De kinderen hadden een houvast waardoor ze allemaal zeer enthousiast mee deden. Zelfs tijdens 'tussendoortjes' vroegen ze om het gedicht nog eens te doen samen.

 DIEPTEPUNT: nadien had mijn mentor nog een kleine tip voor mij, waarmee ik in de toekomst zeker rekening mee ga houden. Het woord 'groentje' kenden de kinderen helemaal niet, waardoor ze op die moment niet wisten wat ze zeiden. Als ik er op ging letten, viel het mij op dat de kinderen daar even een zwak momentje hadden bij het opzeggen van het gedicht.


Lesverloop
sfeerschepping/beschouwen
LK: tekent een grote ananas op het bord (met kleurkrijt)
LLN: verwoorden wat ze zien (groen, geel, hokjes, groen gras,…)
LK: hoe noemt dit fruit? (ananas)
LLN: spreken de naam uit na het gericht luisteren

aanzet tot creëren/creëren
LK: leest het gedicht expressief voor
LLN: vertellen over wat het gedicht gaat en wat het verband is tussen de tekening en het gedicht
LK: vertelt dat als je samen een gedichtje leest en je laat zien dat je het graag doet, het SUPER TOF is!
LK: zet een koffer op tafel en neemt daaruit één voor één de voorwerpen/afbeeldingen
LLN: verwoorden wat ze zien (ananas, koning, kroon, schotel, gouden troon, druiven, kastanjes, appels, peren, opeten, taart, confituur, zuur kijken),
LK: voorwerpen in volgorde leggen + aanleren van het gedicht adhv de voorwerpen, alinea per alinea

toonmoment/evaluatie
LLN + LK: zeggen samen het gedicht op!
LK: geeft de babbelbal aan iemand in de klas en die mag vertellen
LLN: verwoorden
1.        wat ze moeilijk vonden
2.        wat ze het leukste vonden
3.        wat ze nog graag zouden doen met fruit in de klas